donderdag 28 juli 2011

Noorse bomexplosie hoorbaar op 22 km afstand

Een mens kan zich toch niet echt afsluiten voor zijn omgeving hè? Ik in ieder geval niet. Inmiddels heb ik met aardig wat Noorse vrienden, kennissen en inwoners van Ålvik contact gehad. Zelfs 22 kilometer van het centrum van Oslo hoorde men de klap van de explosie. Morten, degene die de productie van mijn boek verzorgde, schreef mij vandaag dat de uitgeverij, gevestigd in de buurt van de plaats waar de bom afging, niet beschadigd is. Wel zijn er ramen gesprongen op 500 meter afstand, in het hotel waar ik vorig jaar verbleef tijdens het drukklaar maken van mijn boek. Men praat hier onderling veel over de dramatische gebeurtenissen. Ik heb groot respect voor de beheerste manier waarop dat gebeurt. In plaats van het uitslaan van oorlogstaal wil men hier de samenleving nog meer transparant en democratisch maken.

Hoewel ik eigenlijk wel wist dat hier ook een grote rechts-populistische partij bestaat met een nationalistische en islamofobe ideologie, ben ik zelf toch geschokt dat deze moordpartij hier in Noorwegen plaats heeft gevonden. Voor mij is mijn jaarlijkse werkperiode in Noorwegen ook een tijdelijke vlucht uit een steeds benauwder wordend Nederland. Al jaren erger ik mij wild aan de onverantwoordelijke polarisatie van populistische politici en de kritiekloze opstelling van de media. Ik vind het onverdraaglijk hoe er met kwetsbare mensen als vluchtelingen en asielzoekers wordt omgesprongen. En dat in een land waar tijdens de Tweede Wereldoorlog maar liefst 75 procent van haar joodse inwoners werd vermoord, het hoogste percentage van heel West-Europa. Premier Rutte kwettert er echter lustig op los dat hij Nederland weer terug wil geven aan de Nederlanders. Wie niet ziet dat het kleinburgerlijke en xenofobe klimaat dat ook in Nederland heerst, de context schept en eventueel een legitimatie biedt voor haat en geweld, is óf kwaadwillend, óf ontstellend naïef. Ik houd het maar op het laatste, menslievend schilder als ik ben.

zondag 24 juli 2011

Verdriet na de aanslag in Noorwegen

Na de terroristische aanslag waarbij zoveel onschuldige mensen werden gedood kreeg ik tot mijn verrassing vele lieve, meelevende en bezorgde reacties. Dank daarvoor. In het kleine dorp waar ik woon merk je er echter niet zoveel van. Het leven gaat gewoon door. Maar zodra ik er naar vraag blijken de mensen echt van slag te zijn. Boos, geschokt en erg verdrietig. Alsof de wereld niet meer hetzelfde is. Dat dít in Noorwegen kan gebeuren, een van de meest rijke, sociale en democratische landen van de wereld. Deze extremistische daad is daarmee tegelijkertijd een aanslag op de Noorse identiteit, op het beeld dat de Noren van zichzelf en hun land hebben. Het is schokkend om te constateren dat het populistisch rechtse, inhumane gedachtegoed dat ook in Noorwegen bij een deel van de bevolking leeft, daadwerkelijk tot zo'n gruwelijke actie kan leiden. Even ben ik blij dat ik in het veilige Nederland leef. Wij hebben in Nederland weliswaar een maatschappelijke beweging en politici die precies dezelfde ideologie hebben als deze terrorist. Voortdurend polariseren zij, zaaien zij tweespalt en laten zij zich negatief uit over sociaal-democratie, rechtsstaat, internationalisme en de multiculturele samenleving. Maar bij ons heeft de onafhankelijke rechter gelukkig vastgesteld dat daarmee geen haat wordt gezaaid. Dat stelt gerust.

woensdag 20 juli 2011

Uitzending gemist

De vaart zit er goed in. Ik ben hier vandaag precies zeven weken aan het werk. Vier olieverfschilderijen zijn af, één schilderij is al heel ver en de afgelopen dagen heb ik drie nieuwe werken opgezet. Het bevalt me weer zo goed om een tijd uitsluitend met olieverf te schilderen. Ik kom er helemaal in en wil niets anders meer doen dan werken. Zoals ik het wel eens zeg, je zinkt af in je werk. Langzamerhand voel ik dat ik echt loskom van dagelijkse, afleidende beslommeringen. Ik kijk en luister niet meer naar Nederlandse programma's via Uitzending Gemist en ook de Nederlandse krant kijk ik alleen heel snel even door, en dat niet eens elke dag. Ik merk dat ik meer en effectiever schilder en minder van te voren aan het nadenken en twijfelen ben. Dat is toch een uiting van de mentale verandering die ik tijdens een periode als 'artist in residence' zoek. Leeg de geest en creëer, zoals de oude Chinezen al plachten te zegge. Schilderen moet je doen, net als al het andere in het leven. Oplossingen dienen zich vanzelf aan. Het komt er op aan vertrouwen te hebben. Waar of niet waar?

zondag 17 juli 2011

Beeldend kunstenaar Paul Dikker zegt zijn zegje

Jee, wat heb ik lekker gewerkt vandaag. Ik geloof dat ik vandaag drie schilderijen heb afgemaakt. Ook heb ik een nieuw schilderij ontworpen en de eerste laag opgezet. Ontzettend fijn om een beetje de vaart erin te hebben.

Vanavond had ik ook nog bezoek van het echtpaar dat hier eerder was om mijn schilderijen te bekijken. Dit keer hadden ze vrienden meegenomen aan wie ze mijn werk graag wilden laten zien. Aardig toch!

Ik mocht mij ook nog verheugen in een berichtje van een collega die vindt dat ik mijzelf niet te serieus moet nemen. Dit omdat ik soms mijn werkproces beschrijf. Dat doe ik om twee redenen. Én omdat ik zelf elke keer weer een soort van opwinding voel wanneer ik een schilderij aan het maken ben en het echt vorm begint te krijgen. Maar ook omdat het misschien leuk is voor iemand die niet schildert, om iets te lezen over het ontstaan van een schilderij. Misschien vergis ik mij daar wel in en is er geen bal aan? In ieder geval heeft het niets te maken met jezelf serieus nemen. Hoezo zou ik mezelf niet serieus mogen nemen? Ik vind dat iedereen zichzelf serieus moet nemen. En als kunstenaars zichzelf wat serieuzer hadden genomen in het verleden hadden ze zich misschien wat meer ingespannen om zinnig werk te maken en contact te zoeken met een publiek. Dan hadden ze zich professioneler opgesteld, hadden ze meer respect van hun omgeving afgedwongen en waren ze nu misschien niet in zo'n belabberde situatue beland. Zo, ik heb mijn zegje weer gezegd.

zaterdag 16 juli 2011

Beeldend kunstenaar Paul Dikker kijkt schilderij af

De afgelopen dagen heb ik heel geconcentreerd gewerkt aan mijn schilderij met de groene beboste bergen. Het schilderij is nu in een eindstadium. Ik heb de bossen verder gemodelleerd en de onderkant donkerder gemaakt. Dat betekent ook dat ik het licht heb weggehaald van de onderste rotsmassa die aan zee grenst. Vervolgens heb ik de lichtbaan op zee veranderd. Ik vond het blauw te licht en te koel en heb het gewijzigd in een iets warmer en donkerder blauw violet. De overgang naar de grijsbruine kleur van de zee heb ik minder strak geschilderd, zodat het geheel natuurlijker en minder grafisch overkomt. In de lichtrode lucht heb ik net boven de berg wat oranje aangebracht. Dat zijn stuk voor stuk enorme ingrepen die het hele schilderij anders maken. Onderaan de berg is het nu donkerder en geheimzinniger, boven is het levendiger en licht het groen van de bossen fijntjes op. Misschien laat ik ergens nog wat kleur vallen op het gesteente, als een lichtinval. Mijn idee om een lichtboei met reflecterend licht in het water te schilderen heb ik voor dit schilderij terzijde gelegd. Zo zijn er talrijke mogelijkheden en ergens een verandering aanbrengen heeft gevolgen voor het hele schilderij. Dat maakt het werk zo spannend. Ik ga er nog eens rustig voor zitten, misschien kijk ik het schilderij van uit mijn stoel wel af.

donderdag 14 juli 2011

Kunstschilder Paul Dikker de berg afgestort?


Gisteren heb ik opnieuw een berg bestegen. Ik was heel hoog, er lag her en der nog sneeuw. Het uitzicht was fantastisch. Het was ook een beetje eng. Ik dacht: als ik hier toch uitglijd en in de diepte naar beneden kukel, dan vinden ze me de eerst komende tijd niet terug. Ik was ook bang om te verdwalen. Dat ik het spoor naar beneden niet meer terug zou kunnen vinden. Je hoort van die rare verhalen soms. Het was een bijzonder landschap daarboven. Al die kale, gigantische rotsblokken. Zwaar, massief, hard, oud, verweerd, gebarsten, groen uitgeslagen, soms bemost. Als zo'n rotsblok toch gaat schuiven... Ik hoorde eerder dat gemiddeld twee mensen per jaar in Noorwegen door vallend gesteente worden getroffen. Zit je in de auto, pats boem, hartstikke dood. Dat kan gebeuren, dat is de natuur, het lot. Maar ik ben veilig weer beneden gekomen, een hele ervaring rijker. Dat is belangrijk want de bergen en de stenen rotsblokken gebruik ik immers in mijn werk. Ik ben er zeker van dat inhoudelijke kennis, affiniteit en vertrouwdheid met het onderwerp het resultaat ten goede komen. Dat zouden opiniepeilers zich ook eens moeten realiseren als ze de 'gewone' Nederlander voor de zoveelste keer naar hun mening vragen. De wereld is niet simpel, en hoe daar met elkaar iets moois van te maken, evenmin.

dinsdag 12 juli 2011

Beeldend kunstenaar Paul Dikker op inspectie


Jullie denken dat ik de hele dag schilder? Heel goed. Dat is ook zo. Maar heel af en toe, héél af en toe, begeef ik mij toch naar buiten. Afgelopen zondag was ik op inspectie. Inspectie? Jawel, op inspectie, dat moet ook gebeuren. Vandaar dat ik per schip de gehele omgeving heb geïnspecteerd. Per schip, ja, per schip heb ik mijn controlerende werkzaamheden verricht. Resultaat? Op een enkele kleine onvolkomendheid na was alles dik in orde. In perfecte staat. Goed onderhouden. Georganiseerd. Gesmeerd. Prettig, heel prettig. Zodat ik mij met een gerust gemoed nu alweer twee dagen onafgebroken op mijn schilderijen stort. Dat jullie het maar weten.

zaterdag 9 juli 2011

Beeldend kunstenaar Paul Dikker hoort een heel ander geluid

Goed, vrijdag ben ik weer naar het café gegaan omdat Bjørn Otto daar ging optreden. Enkele weken geleden liep ik hier de berg op tussen de huizen door en zag opeens een bordje met 'geluidsstudio'. Hier, in Ålvik? Na wat gezoek op het internetnet vond ik het e-mailadres en stuurde ik een berichtje. De studio bleek van Bjørn Otto te zijn, een heel zachtaardige en vriendelijke man die ook nog eens een sleutelfiguur in Ålvik blijkt te zijn. Hij houdt erg van muziek en voor de gelegenheid had hij een jongen met electronische drums en een meisje met een mooie stem gevonden om een groot aantal 'covers' te spelen. Het optreden begon om 22.30 uur, wat ik erg laat vind. Maar eerder komt er toch niemand omdat iedereen eerst thuis aan het indrinken is. Echt waar. Afijn, ik kende geen kip behalve Bjørn Otto die mij al snel aan twee echtparen aan een tafel voorstelde, waar ik de verdere avond buitengewoon gezellig mee heb doorgebracht. We hebben bier gedronken, ik werd op aquavit getrakteerd en een van de mannen vroeg of het goed was om de volgende dag met zijn vieren langs te komen om naar mijn schilderijen te kijken. Erg leuk natuurlijk. Vooral omdat het hier geen gestudeerde mensen betrof, maar een tegelzetter en een fabrieksarbeider. Mensen die ze tegenwoordig thuis politiserend (en badinerend) de hardwerkende Nederlanders zouden noemen. Henk en Ingrid dus. Maar hier in Noorwegen niks geen rancune of cynisme, integendeel. Mijn bezoek stelde allerlei vragen en zei dat het onder de indruk van mijn werk was. Op een gegeven moment vertelde ik dat ik van de verkopen van mijn werk leef en geen subsidie of stipendia ontvang. En tot mijn grote verbazing zei Sverre, een van de mannen, toen met enige verwondering dat kunstenaars die al zo lang bezig zijn met hun kunst en dus bewezen hebben dat ze serieus zijn, dat die toch een staatsstipendium moeten krijgen als een soort reward. "You artists give so much back to society". Dat is weer eens een heel ander geluid. Ik weet zelf inmiddels wel dat mijn schilderijen van waarde zijn voor de mensen die mij volgen of een schilderij van mij hebben gekocht. Ik ben er van overtuigd dat miin werk in die zin ook tot op zekere hoogte nuttig is. Maar het is, vergeleken met hoe er op dit moment in Nederland door de media over kunst wordt bericht, toch wel heel verfrissend om zo'n bedachtzame opmerking over de betekenis van kunst voor de samenleving te horen uit de mond van een fabrieksarbeider. Het bevestigt mij in mijn rotsvaste idee dat goede kunst altijd voor iedereen genietbaar en van betekenis kan zijn. Een reden te meer voor mij als kunstarbeider om mijn penselen weer ter hand te nemen en mooie schilderijen te maken. Volgens mijn motto: kunst voor alle mensen!

Kunstschilder Paul Dikker en de Noorse drinkcultuur



Ålvik is een fabrieksdorp. Aan de fjord staat een grote fabriek waar 24 uur per dag producten voor de staalindustrie worden gemaakt. Vroeger werkte het hele dorp in de fabriek. Maar ook hier hebben globalisering en rationalisering hun tol geëist. Het bedrijf is inmiddels overgegaan in Chinese handen en er werken nog maar 120 van de 800 dorpelingen in de fabriek. Als die dicht gaat, zou dat niettemin een economische en sociale ramp zijn voor Ålvik. De supermarkt fungeerde tot voor kort als dagelijks ontmoetingspunt, verder was er niets. Maar een maand of twee geleden is naast de supermarkt een café gekomen dat elke dag tot 19.00 uur geopend is en waar je ook kunt eten. Echte Noorse dagschotels zoals gegratineerde lasagna met spek en macaroni, geserveerd met gekookte aardappels, sla en een thousand island dressing, of grote hamburgers, oplopend tot wel 333gr. Best smakelijk, verder zeg ik niets, en al helemaal niet over de prijs van al dat heerlijks. Om de week is het café op vrijdag tot 2.00 's nachts geopend. Ik ga daar natuurlijk naartoe om de mensen hier uit Ålvik te leren kennen, een goed gesprek gesprek aan te knopen en mijzelf als kunstenaar uit Messen, hun Messen, kenbaar te maken. Voor de verkoop aan China behoorde dit gebouw namelijk tot de fabriek en iedereen weet dat er nu kunstenaars werken. Twee weken geleden ben ik met twee Noren, een oude, stoere zeeman en een erg energieke fabrieksarbeider die thuis snel twee flessen cognac en zes halve liters perencider had opgehaald, in mijn atelier beland. Na een intens gesprek over kunst, de Noorse drinkcultuur (iedere Noor wil altijd graag weten wat ik daar van vind. 'Very special', is mijn inmiddels diplomatieke en met instemmend gelach begroette antwoord. Skål!), vrouwen, eenzame tochten in de bergen en andere prangende zaken des levens, troonde de oude man met zijn zeemansbaard de ander uiteindelijk vroeg in de ochtend mee naar huis. Mij ondertussen wankelend toefluisterend: "I saved your live...I saved your live..."
Toch ben ik gisteravond weer teruggegaan, op zoek naar nieuwe avonturen. Daarover morgen meer, of overmorgen, misschien.

vrijdag 8 juli 2011

Beeldend kunstenaar Paul Dikker voelt zich erg schuldig


Zo is het maar net. Nou heb ik toch reeds dertien (13!) volgers en die hebben al dagen lang geen nieuw blogje van mij kunnen lezen. Ik ben eergisteren met een stukje over de positieve kanten van de bezuinigingen begonnen maar dat is nog niet klaar. En het geval wil dat ik mij de afgelopen dagen nog meer dan anders op het schilderen heb gestort. Want ik word zenuwachtig van al die onaffe schilderijen om mij heen. En ik ben hier al meer dan vijf weken aan het werk. Maar collega Wim die enkele jaren geleden naar Noorwegen is verhuisd en zijn atelier ook hier in Messen heeft, vindt gelukkig dat ik al heel erg opgeschoten ben. "Olieverf is een traag medium Paul, geheel uit de tijd", roept hij mij schaterlachend toe. Dat stelt mij enigszins gerust, en hij heeft natuurlijk gelijk. Maar ik werk hier, een enkele uitzondering daar gelaten, zeven dagen in de week, dus dan moet er toch iets substantieels uitkomen, niet dan? Maar vandaag ben ik erg goed opgeschoten, het afgebeelde schilderij (eenvoudig dus slecht kiekje), is nog niet klaar maar wel in een eindstadium. Zal ik er nog een vrouw in Hardangerklederdracht inzetten, of misschien een eland of rendier? Wat vinden jullie? Wees niet bang om te reageren hoor, ik doe toch wat ik zelf wil en datgene, waarvan ik zelf denk dat het het beste is. Dat is namelijk onderdeel van mijn vak!

zondag 3 juli 2011

Kunstschilder Paul Dikker en de grootmoeder van Proudhon

Gisteren heb ik de hele dag geschilderd en ben ik goed opgeschoten. Vandaag ben ik nog nauwelijks aan mijn schilderwerk toegekomen omdat ik de drukproef moest bekijken van mijn artikel voor het boek Resonanties dat binnenkort gaat verschijnen bij Leiden University Press. Alle artikelen zijn van te voren nauwgezet door 'peer reviewers' beoordeeld. Mijn beoordelaar schijnt enthousiast te zijn geweest en heeft mijn bijdrage met veel plezier gelezen. Het is in ieder geval een makkelijk leesbaar en prikkelend stuk dat zeker actueel is omdat het gaat over de toegankelijkheid van de kunst. En over hoe belangrijk dat is. Hopelijk gaat iemand dat boek straks lezen. Er wordt immers zoveel gepubliceerd, wie kan het allemaal nog bijhouden? Maar ja, wie schrijft die blijft, zoals de grootmoeder van Proudhon placht te zeggen. Al is dat wel een hele tijd geleden, zeg ik er eerlijk bij.
Ondertussen is het magazine Villa d'Arte verschenen waarin deze maand een pagina aan mijn werk is gewijd. Misschien dat daar iets nieuws of onverwachts uitkomt. Mijn website wordt in ieder geval goed bezocht de laatste dagen. Hoop doet leven, volgens diezelfde grootmoeder van Proudhon.