Vanmiddag was ik naar Realisme 11, een kunstbeurs voor figuratieve kunst in Amsterdam. Ik kwam er een beetje treurig vandaan. Niet omdat er geen mooie dingen te zien waren. Maar omdat ik mij afvroeg hoe al die kunstenaars nu toch een redelijk inkomen uit hun werk kunnen genereren. Van de prijzen die de klant betaalt, gaat immers maar een heel klein gedeelte naar de kunstenaar.
Nu sinds 1 januari de omzetbelasting op kunstwerken is verhoogd door het kabinet Rutte, gaat er eerst maar liefst 19% BTW vanaf. Van het bedrag dat dan overblijft, gaat bij verkoop meestal 50% commissie naar de galerie. Ja, dat is het percentage dat de galerie in rekening brengt aan haar kunstenaars. (Over deze verkoopcommissie draagt de kunstenaar ook nog eens 19% BTW af omdat de galerie hem/ haar een dienst verleent. Dat bedrag kan later weer worden teruggevraagd van de belastingdienst. Ik laat het daarom hier voor het gemak buiten beschouwing.) Dat betekent bijvoorbeeld dat van een schilderij van 4000 euro, slechts 1680 euro (4000 : 119 x 100 : 2) voor de kunstenaar overblijft. Dat is de economische werkelijkheid van de kunstenaars achter de façade van modieus geklede galeriehouders, chique stands met een keur aan kunstwerken, en een champagne-/oesterbar waar het publiek even kan uitrusten van de vele vermoeienissen.
Voor een goed begrip, daar moeten dan nog de directe materiaalkosten, de atelierhuur en de lijst vanaf. Hoe is het op een dergelijke manier nog mogelijk om langere tijd aan een schilderij te werken? Moeilijk dus. Dat is ook de reden waarom veel kunstenaars op een andere manier aan hun geld moeten komen en vaak maar weinig tijd hebben om aan hun kunstenaarschap te besteden. Of ze maken series met snelgemaakte werken die onderling nauwelijks van elkaar verschillen, hetgeen de kwaliteit en uniciteit vaak niet ten goede komt. Opvallend vond ik ook de hoeveelheid fotografie, soms zelfs op doek afgedrukt. Het waren eigenlijk net schilderijen, alleen dan veel sneller en in serie geproduceerd.
Bijna alle kunstenaars die ik ken zijn niet alleen tegen het hoge BTW-tarief, maar vinden ook de hoge verkoopcommissie belachelijk. Maar de meesten durven er niets van te zeggen en kiezen eieren voor hun geld. Want lastige kunstenaars liggen er zo uit. Kunstenaars genoeg om hun plaats in te nemen. Bij het publiek is de hoge verkoopcommissie geloof ik nauwelijks bekend. Niemand heeft het erover, terwijl het een van de voornaamste redenen is van de relatieve armoede van beeldend kunstenaars.
Ik ben wel een lastige kunstenaar die zulke onrechtvaardige verhoudingen moeilijk kan accepteren. Van mij hangt dit jaar dan ook geen werk op de beurs. Dat heeft zo zijn nadelen. Maar ik ben er ook blij om want ik verkoop mijn werk het liefste zelf vanuit mijn atelier. Daardoor kan ik niet alleen goedkoper zijn dan in een galerie, maar houd ik er ook genoeg aan over om mijn werk verder te ontwikkelen en mijn schilderijen in alle rust op te bouwen. Want dat is waar ik in geloof: tijd, toewijding en concentratie. Of, anders gezegd: slow art for quality.
zaterdag 15 januari 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)