woensdag 15 augustus 2012

Beeldpraat 7. Rob den Boer over Zweem

Is het schilderij 'Zweem' van Paul Dikker werkelijkheid of slechts schijn? In het midden loopt een vrouw; zij is donker gekleed en volledig in gedachten verzonken. Haar schaduw lijkt haar de weg te wijzen, schuin tussen de donkere muren, die aan beide zijden het schilderij inkijken. De ommuring links doet bescheiden aan, maar is meermalen hoger dan de vrouw die er langs loopt. De massieve ronding ter rechterzijde toont maar een heel klein stukje van een enorm bouwwerk; het is van kathedraalsomvang. Daartussen lopen lucht en land vrijwel in elkaar over, de horizon vervaagt in een gelaagde mengeling van gele en groene tinten. Slechts de plint van het gebouw rechts zoekt aansluiting bij de kleuren van het licht.

Verder is het leeg tussen de muren. Of vergis ik mij? Wat zou er achter de massieve muur rechts kunnen zijn, waar de vrouw haast als vanzelf naar toeloopt? Misschien keert zij terug naar haar huis, dat zomaar in een hele gewone nieuwbouwwijk zou kunnen staan. De muren zijn relieken uit een ver verleden die hun glorietijd overleefden, doordat zij gebouwd zijn voor de eeuwigheid. De vrouw is er al zo vaak langs gelopen dat zij ze niet eens meer opmerkt. De zorgen van vandaag zijn veel belangrijker dan de toekomst van gekoesterde oudheden. Inmiddels hebben enige struiken zich tegen de linkermuur aan gevleid en zullen er langzaam, maar doordringend bezit van nemen. Totdat de dikke stenen van de muur elkaar niet meer kunnen vasthouden. Dan volgt redding of afbraak.

Alles dat van waarde is krijgt pas erkenning als het verloren dreigt te gaan. Tot zolang loopt de mens nietig tussen de muren door en spiegelt de megalomanie van hun schaal zich in het licht van de zon, die tegelijkertijd hun schoonheid bestraalt. De bolwerken uit het verleden vormen een visuele en inspirerende omlijsting van het leven van vandaag. Een zweem van de werkelijkheid wordt een moment van verstilling.

Rob den Boer is beeldend kunstenaar