donderdag 30 december 2010

BTW en NRC, dat rijmt.

Vanavond is in de NRC voor het eerst te lezen dat de BTW-verhoging voor kunstvoorwerpen wel op 1 januari 2011 wordt doorgevoerd. Het aan de podiumkunsten verleende uitstel geldt niet voor kunstvoorwerpen. Voor veel beeldende kunstenaars en kunsthandelaren kan dat desastreuze gevolgen hebben. Kunst maken is namelijk een arbeidsintensieve bezigheid. Kappers, fietsenmakers en schoenmakers blijven om die reden wel onder het lage BTW-tarief vallen. Kunstenaars dus niet. Mij en mijn collega's is dat al een dag of tien bekend. Maar fijn dat het nu ook zo snel is doorgedrongen tot de NRC. Heel alert van de Kunstredactie van mijn Kwaliteitskrant.

woensdag 22 december 2010

Sandra Smallenburg en de broodschilders

Het is onbegrijpelijk dat het in het maatschappelijk debat steeds maar gaat over de gevolgen van de BTW-verhoging voor de podiumkunsten. Deze zal leiden tot een prijsverhoging van enkele euro's per kaartje. Ook de BTW op de verkoop van kunstwerken gaat met 13% omhoog, en dan hebben we het al snel over een prijsverhoging van enkele honderden tot duizenden euro's. In Den Haag denken ze waarschijnlijk dat alleen rijke mensen kunst kopen, die gemakkelijk in staat zijn deze prijsverhoging te betalen. Dat is dan een wijdverbreid misverstand. Ook mensen met een kleinere beurs willen graag iets moois kopen voor in hun huis. Dat weten ze misschien niet in Den Haag, omdat in de pers zelden serieus aandacht wordt besteed aan de beroepspraktijk van hardwerkende kunstenaars die hun werk op de particuliere markt verkopen. Daar wordt zelfs een beetje op neer gekeken. Kunst en ondernemerschap gaan immers niet samen. Zakelijk succes is voor een kunstenaar per definitie verdacht. Sandra Smallenburg bestempelde in de NRC van 8 december jongstleden de kunstenaars waarvan onze staatssecretaris van Cultuur werk heeft gekocht, neerbuigend als 'broodschilders'. Dat zijn schilders 'om den brode', en volgens Van Dale betekent dat: 'om er de kost mee te verdienen, niet uit lust of liefde'. Die redden het volgens Sandra wel met hun 'gemoedelijke retrokunst voor boven de bank'. Je kunt over de kwaliteit van deze kunstenaars zeggen wat je wilt, maar of ze hun werk wel of niet uit lust en liefde maken, geen idee. Waar zou Sandra dat aan zien? Sandra maakt zich in haar stukje meer zorgen om 'de échte avant-gardisten'. Zolang kunstrecensenten en -critici gesubsidieerd avantgardisme nog zonder meer met kwaliteit associëren, en toegankelijke en verkoopbare kunst als commerciële en dus verwaarloosbare decoratie voor boven de bank beschouwen, zolang blijft de kloof tussen kunst en samenleving bestaan en zullen Henk en Ingrid en hun volksvertegenwoordigers zich blijven afzetten tegen de kunst. Een goed geïnformeerd publiek vormt het draagvlak van de culturele sector. Het schrijven van obligate, kritiekloze en voorspelbare stukjes over de kwetsbaarheid van de hoge kunst levert daar geen bijdrage aan. Dat vind ik nu gemakzuchtige broodschrijverij.

zaterdag 11 december 2010

Paul Dikker in Galerie Memling

Willem Kuipers (oud-chef van de kunstredactie van de Volkskrant) heeft op zijn web-site wiewiewie.nl een mooi artikel geschreven over mijn werk. Het is te vinden onder de knop Galerie Memling, rechts op de pagina. Citaat: "Paul Dikker blijkt zo door de schoonheid van het aardse geweld in Noorwegen te zijn getroffen dat hij daar in het Noorden, net als W.F.Hermans in Nooit meer slapen, zijn nietigheid als schepper moet zijn gaan inzien en aldus, denk ik, de weg heeft vrijgemaakt voor misschien wel zijn mooiste, en langst beklijvende werk, want waar elders wordt zoiets groots gecreëerd dan daar waar kunst en religie samenkomen."
Tja, daar heb ik weinig aan toe te voegen. Behalve dan dat ik nog niet dood ben en dat ik mijn mooiste en langst beklijvende werk nog ga maken. Neem een kijkje op wiewiewie.nl.

vrijdag 10 december 2010

paul dikker WAW bericht


Marnixkade 39-lll
1015 XR Amsterdam
telefoon: 020 625 00 08
e-mail: info@pauldikker.nl

10 december 2010


Beste mensen,

Dit jaar ben ik er eens vroeg bij met mijn eindejaarsbericht en mijn wensen voor het nieuwe jaar.
Ik wens u nog een goede laatste maand van dit jaar toe, hele fijne kerstdagen straks en een prachtig en voorspoedig 2011.

Met veel plezier heb ik dit jaar mijn 25-jarig jubileum als kunstenaar gevierd met een tentoonstelling in Het Weefhuis Zaandijk. Ik toonde daar mijn nieuwste schilderijen die ik in de maanden daarvoor in een winters Noorwegen had gemaakt. Voor mijzelf was het bijzonder om zo mijn nieuwe schilderijen voor het eerst bij elkaar te zien in hun gloednieuwe, zelfgemaakte lijsten. Misschien klinkt dat gek, maar het heeft altijd enige tijd nodig om vertrouwd te raken met de werken die ik net heb gemaakt. Alsof ik er zelf eerst nog aan moet wennen, alvorens ze een vanzelfsprekende plaats in mijn oeuvre krijgen. Heel veel mensen hebben de tentoonstelling bezocht, mede dankzij de artikelen in de pers en een tweetal interviews op de radio. De optredens van Ezequiel Menalled, Elke Geurts, Ellen Dikker en het interview dat Sandra Schuurhof met mij hield, vormden extra attracties. Velen van u hebben de expositie bezocht en mij overladen met complimenten en presentjes. Ik ben daar heel blij mee! Dank aan al die mensen die mijn ontwikkeling al zolang volgen en die elke keer opnieuw belangstelling voor mijn werk tonen.

Afgelopen jaar verscheen in Noorwegen het boek ‘Alt det som er’ bij uitgeverij Aschehoug Forlag. Het bevat 49 afbeeldingen van mijn schilderijen en een verhaal dat de bekende en veel bekroonde en vertaalde schrijver Bjørn Sortland er speciaal bij schreef. Uiteindelijk heeft de productie van het boek nog veel voeten in de aarde gehad. Toen ik de drukproeven per koerier uit Oslo kreeg, schrok ik mij een hoedje. Ik ben daarna onmiddellijk naar Oslo vertrokken waar ik samen met een repro-technicus verbeteringen heb aangebracht en aanwezig ben geweest bij het drukken van het boek. Het was opwindend om de kleurige bladen met afbeeldingen van mijn schilderijen van de pers te zien komen. Het boek is in Noorwegen erg goed ontvangen en heeft zeer goede recensies gehad. Het is door de staat aangekocht om in alle bibliotheken van Noorwegen te verspreiden en het heeft zelfs een tweede druk gekregen. Mijn vriend, de Noorse componist Knut Vaage, zegt dat ik met dit boek nu echt een Norwegian friend ben geworden, net als Lennard Cohen, Dolly Parton en Horst Tappert. Ondanks positieve reacties durven Nederlandse uitgevers het niet in vertaling uit te geven vanwege de financiële risico’s. Het boek en de proefvertaling zijn overigens bij mij te bestellen.

In het voorjaar verscheen bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam, het tweede boek van Elke Geurts, Lastmens, met op de omslag weer een schilderij van mij. Leuk! Voorts deed ik mee aan de Open Ateliers Jordaan en werd ik actief op Facebook om mijn werk zoveel mogelijk te verspreiden. Kijk voortaan voor het laatste nieuws eens op mijn weblog op mijn web-site www.pauldikker.nl.

In 2011 zal ik in Hoofddorp en Overveen exposeren, gedetailleerde informatie is al te vinden op mijn site onder nieuws, exposities. Waarschijnlijk verschijnt in juni volgend jaar een artikel over mijn werk in het blad ‘Atelier’. Tevens verschijnt een boek bij Leiden University Press waarin mijn publicatie over kunst en werkelijkheid uit 2007 (zie mijn site onder publicaties) is opgenomen. Voor een Belgisch boek (uitgeverij Lannoo en Nouvelles Editions) zal ik een bijdrage schrijven over kunst en ondernemerschap. Ook wil ik volgend jaar weer graag enkele maanden in Noorwegen werken.

Zoals u wellicht weet, zal de BTW op kunstvoorwerpen per 1 januari worden verhoogd van 6 naar 19%. Tot die tijd geldt het oude tarief, dus neem gerust nog deze maand contact op. Misschien is het wel een leuk idee om uzelf of een dierbare een gouache cadeau te geven voor de kerstmis?
Wat mij betreft laten we ons niet uit het veld slaan door economische tegenwind en bezuinigingen.
Ik hoop u het komende jaar dan ook weer vele nieuwe schilderijen te mogen laten zien.
Met kunstzinnige én ondernemende groet,

Paul Dikker

zondag 5 december 2010

Muziek Centrum van de Omroep (MCO)

Ik vind de naam van CDA-minister Van Bijsterveldt wel een beetje lang. Overdreven ook. Waar is die t op het eind eigenlijk goed voor? En dat is nog maar het begin. Ik stel voor dat we het aantal letters drastisch terugbrengen. Met ietsje minder moet het toch ook wel kunnen? Zullen we haar naam halveren? Dan noemen we haar voortaan minister Van Beld. 'Klinkt als' vuilnisbelt, voor wie het spelletje 'hints' kent. Het Muziekcentrum van de Omroep mag van de minister blijven voortbestaan. Moet wel een procent of veertig (40!) bezuinigen. Geweldig, en wat zijn we blij in kunsten- en medialand. Hè...hè, we zijn weer in gesprek met de minister!

Ik ben niet blij. Het opheffen van al die orkesten die tot het MCO behoorden vond ik barbaars en heel erg dom, van welke kant je het ook bekeek. Cultureel, economisch, menselijk, vanuit elk perspectief rampzalig en ineffectief. Maar dat de beslissing tot opheffing nu wordt teruggedraaid vind ik eigenlijk net zo schokkend. Niet vanwege die korting van 40% die buiten elke proportie is. Maar wel omdat het regeringsbeleid kennelijk zo weinig doordacht en gefundeerd is dat een dergelijke ingrijpende beslissing eerst zo maar wordt genomen, om na protesten uit het veld weer net zo snel te worden ingetrokken.

Wat zegt dat over onze bewindslieden? Waar hebben die mensen eigenlijk verstand van? Voor welk ontstellend gebrek aan deskundigheid en visie betalen we deze ministers eigenlijk hun salarissen? Om onrust te zaaien en armoede en werkloosheid te creëren? Mevrouw Beld hoort samen met haar CDA-collega en rookidealist Hans Hillen op de vuilnisbelt van het politieke onvermogen. Opdat het aanzien van de politiek in ere kan worden hersteld.